zaterdag 24 mei 2014

Scaffolding

Scaffolding betekent in het Engels steiger of ondersteuning. Deze metafoor wordt in het onderwijs vaak gebruikt om de hulp die een docent geeft aan een of meerdere leerlingen te beschrijven. Meestal gaat het dan om de ondersteuning of hulp die een docent aan een leerling geeft. Een docent bouwt dan een steiger op voor een leerling waar nodig. Zodra de leerling ech
ter meer kan, bouwt de docent de steiger langzaam af. De hulp die gegeven wordt is dus afhankelijk van de leerling zelf. Als docent moet je op zoek naar de zogenaamde ‘Zone van Naaste Ontwikkeling’ van de leerling die door Vygotsky omschreven wordt als de afstand tussen wat een leerling zelfstandig kan en wat hij/zij kan met behulp van bijvoorbeeld een docent (van de Pol, 2010).
 
Met de ontwerpgroep hebben we gekeken naar de wijze waarop scaffolding in onze trapmodellen en herontwerp terugkomt. In het herontwerp van Marcel en mijzelf is dit het meest expliciet zichtbaar omdat we beiden gebruik maken van het model van staged self directed learning model van Grow.
 
In dit model zie je heel duidelijk dat de ondersteuning van de docent afneemt naarmate de student meer zelfsturend wordt. In mijn trapmodel heb ik op basis van deze vier stadia de rol van de docent beschreven. De ondersteuning bouwt af van sturend naar motiverend naar faciliterend met als uiteindelijke doel de student zoveel mogelijk los te kunnen laten. Dit sluit aan bij de theorie over scaffolding.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten